Elen Braga
Vai piorar/Zand erover
01.06.21
Laila Melchior: Je brengt deze maand in samenwerking met KIOSK twee edities uit in onbeperkte oplage. Het zijn met de hand getufte werken waarin tekst is verwerkt. Wat willen de woorden die erin verwerkt staan, vai piorar en zand erover, precies zeggen?
Elen Braga: In het Portugees betekent vai piorar alles zal erger worden. De uitspraak is gelinkt aan het politieke moment dat Brazilië vandaag doormaakt. Op een bepaald ogenblik merkte ik dat iedereen in mijn Braziliaanse kringen de uitspraak herhaalde als een mantra, als een meme. Het werk komt voort uit deze waarschuwing die een standaard reactie is geworden, maar waar niemand iets concreets mee aan kan. Zand erover (ergens zand over strooien) kan ook gelezen worden als water onder de brug. In het Portugees zou dat vertaald worden als águas passadas. De keuze voor het gebruik van water in de ene uitdrukking en zand in de andere deed me denken aan hoe in de ene uitspraak een waarschuwing over de toekomst centraal staat, en in de andere er iets uit het verleden is vergeten. Het deed me denken aan de relatie die ik heb met plekken waar ik heb geleefd: Brazilië waar ik vandaan kom en Rotterdam, meer specifiek het eiland Van Brienenoord, waar ik dit werk ontwikkelde tijdens een residentieprogramma.
LM: De residentie richtte zich op water als belangrijkste onderwerp.
EB: Omdat het thema van de residentie water was, besloot ik water te zien als een onderwerp dat verwijst naar migratie van goederen, mensen en verhalen. Het is geen toeval dat ik deze richting ben uitgegaan. Mijn familie is verspreid over de hele wereld. Mijn zus was de eerste die het land verliet met de belofte om als rijk persoon terug te keren. Ze ging naar de VS en kwam nooit terug. Mijn vader woont nog steeds in Brazilië, mijn moeder in Portugal en ik in België. Dit is de situatie van veel gezinnen die in zogenaamd arme of groeilanden leven, of in landen geteisterd door interne conflicten en oorlog. Soms gebeurt migratie uit vrije wil. Voor veel gezinnen is migratie echter de enige manier om te overleven.
Europa moet vandaag afrekenen met haar verleden. Het werk Zand Erover verwijst naar verhalen die we niet meer willen vertellen en die, in die betekenis water onder de brug zijn. Maar, de betekenis van de Nederlandstalige uitdrukking verwijst ook naar het dichten van lastige gaten met nieuw zand, nieuwe verhalen. We bouwen iets bovenop een schadelijk verleden en proberen de schade op die manier te herstellen.
LM: Vai Piorar is een nieuw werk. Het werd gemaakt voor de solotentoonstelling die ik met jou in december 2020 in Brussel organiseerde. Toen presenteerde je het samen met Profecias, een met de hand getuft stuk textiel, een tijdlijn met idiomen, gezegden en taal als meme.
EB: In Profecias stel ik mezelf de vraag naar de autonomie om mijn eigen toekomst op te bouwen. Profecias refereert naar Clarence Larkin, een predikant en illustrator uit de 19e eeuw, die een schema opstelde dat hem toeliet om de toekomst te voorspellen. Larkin creëerde visuele systemen die bij gelovigen beelden van de apocalyps evoceerden. Ik ging uit van hetzelfde idee van een tijdlijn. Ik probeerde het heden bloot te leggen en het verleden aanschouwelijk te maken omdat ik de toekomst niet kon zien, een frustrerende oefening van vooruitkijken in de tijd. Zich een voorstelling maken van de toekomst is niet iets om alleen te doen. Bij gebrek aan orakel om de toekomst te voorspellen deed ik onderzoek naar vrouwelijke profeten uit het verleden. Ik vond verwijzingen in Braziliaanse TV shows en naar heksen uit de middeleeuwen: Mãe Dináh, Mãe Jacira, Mother Shipton, Madame Blavatsky. Ik tufte hun uitspraken in het werk, samen met de profetie van Daniël over de apocalyps. Van de profeet Daniël wordt gezegd dat hij de meest complexe van de bijbelprofetieën schreef, hij heeft het in Daniël 7:25 over: tijd, tijden en een halve tijd, een zinsnede die ook verwerkt werd in de titel van de tentoonstelling die we samen maakten: Time, times. Half a time (2020).
LM: Hoe is het om met tufttechniek te werken?
EB: Ik was schilder vóór mijn ervaringen met performance. Toen ik met wandtapijten begon te werken, realiseerde ik me dat ik probeerde te schilderen alsof het handgebaar hetzelfde was. Door aan één kant van het textiel te werken en het beeld aan de andere kant te zien verschijnen, ontstaat een verrassing. Voor een deel verlies je controle over het uiteindelijke resultaat. Ik moet het werk vragen wat het wil zijn. Bij het schilderen probeer ik te controleren. Het wandtapijt is op de een of andere manier ongecontroleerd, het is een blocnote, een muziekpartituur waarin ik sommige noten vrijer kan plaatsen. Via de tuft techniek slaag ik erin om sommige onderwerpen op een meer ironische en humoristische manier te behandelen. De jute die structuur geeft aan het tuftwerk legt enkel technische beperkingen op. Ik kan slechts één of twee keer van gedacht veranderen. Ik moet snel beslissen en achter mijn beslissing blijven staan, anders ontstaat er letterlijk een gat in het werk.
LM: Wanneer begon je met het handmatige tuften?
EB: Ik wilde nadenken over het moeizame proces dat de opbouw van een beeld is. En ook over werk dat toewijding vereist. Elen ou Hubris was het eerste werk in die zin, ik werkte er twee jaar aan en voltooide het in 2020. Hubris is het Oud-Griekse woord voor arrogantie. Het werd gebruikt om stervelingen of halfgoden aan te duiden die zichzelf groter achtten dan goden. Eén van de referenties waar ik mee werkte is het verhaal van Athena en Arachne. Athena, bekend als de beste weefster, werd door Arachne uitgedaagd. In de competitie tussen beiden was niet alleen Arachne's tekening technisch beter, ze stelde ook het misbruik van goden op stervelingen aan de kaak. Athena was zo boos dat ze besloot Arachne te straffen door haar in een spin te veranderen. Ze zou op die manier haar rivale vernederen maar haar toch toestaan productief te blijven.
LM: Had Athene ook bewondering voor Arachne's vaardigheden?
EB: Ik denk het wel! Wat ik interessant vind is dat hubris normaal gezien een negatief woord is, geladen met de connotatie van arrogantie. Maar ik begon hubris te zien als een in vraag stellen van het huidig gezag. In het mythische verleden waren goden autoriteiten. Vandaag, voor mij, zou hubris betekenen dat ik in de stad, in relatie tot de overheid, de rol van een god zou opnemen. Ik vroeg me af of ik dit zou aandurven. Kunnen andere verhalen verteld worden? Daarom stelde ik een wandtapijt voor dat zoals dat van Arachne misbruik van gezag in beeld brengt. Maar Elen ou Hubris is ook een misbruik op zich, in die zin dat het een beeld is dat zichzelf door zijn monumentale afmetingen presenteert als belangrijker dan alle andere beelden en zich mede daardoor op patriarchale wijze opdringt. Het beeld is groter dan andere beelden die er mogelijk zouden kunnen zijn, het stelt geen andere mensen voor, het is alleen maar zichzelf.
LM: De vrouw die we verticaal zien staan in Elen ou Hubris is een versie van jezelf. Het is hetzelfde icoon dat horizontaal verschijnt onderaan in het werk Profecias. Waarom koos je ervoor om jezelf af te beelden?
EB: De afbeelding waar je naar verwijst stamt af van een ouder werk: The Great Honor to Merit. Om dit werk te kunnen maken reisde ik met mijn vader door het noordoosten van Brazilië. We stopten bij bars en restaurants in grote en kleine steden en vroegen mensen of ze trofeeën hadden die ze me wilden schenken. Veel mensen hadden geen trofeeën, ze zeiden dat ze losers waren, maar ze brachten me wel in contact met kennissen die wel ergens kampioen in waren. Soms zetten mensen de trofeeën op een pied de stalle in hun huis, soms worden ze als afval behandeld. Sommige mensen gaven me trofeeën enkel op voorwaarde dat we een contract opstelden, wat telkens een hele discussie was. Van sommige mensen mocht ik de trofeeën kopen, wat ik deed. Ik raakte geïnteresseerd in de afbeelding van de Griekse godin Nikè, die op veel trofeeën staat afgebeeld. Het is een figuur die een lauweren krans draagt, symbool van de overwinning. Tegelijkertijd begon ik onderzoek te doen naar Nebukadnezar. Het bijbelverhaal vertelt hoe Nebukadnezar zijn eigen gouden afgod beeld maakt. God straft hem omdat hij overmoedig, hubris, is. De kwestie van het zelfbeeld interesseert me omdat het een bevoorrecht beeld is dat overeind blijft, zelfs al zijn er meer prangende kwesties. Op de een of andere manier bouwen we allemaal elke dag moeizaam aan ons zelfbeeld. Soms wordt dat beeld door anderen opgebouwd, soms door onszelf. Maar hoe lang kun je een overwinningsbeeld volhouden? Enkele jaren terug maakte ik een voorstelling gebaseerd op die vraag en op het imago van Nikè. De performance -waarin ik de houding van een winnaar aan neem en een gewicht van tien pond uit een sportschool zolang ik kon boven het hoofd hield- gaf aanleiding tot de creatie van dit beeld.
LM: Je gebruikte toen al de blauwe Lycra jumpsuit.
EB: Ik droeg een blauwe jumpsuit die gebruikt wordt voor beoefenen van gymnastiek, ik kocht hem eigenlijk in een winkel met outfits voor prostituees in São Paulo. Dit kledingstuk heeft een erotische laag. Voor mij staat het blauw dan weer voor aseptisch, synthetisch. Het doet me denken aan vergif, aan een ziekenhuis, een schoon/plastic/geïndustrialiseerd lichaam. In Elen ou Hubris stond blauw tevens voor de kleur van de Europese vlag. Ik rekte het beeld uit om mezelf dunner en langer te maken, de uitbuiting van dit vrouwelijke beeld overdrijvend. Ik stelde mezelf de vraag in hoeverre dit beeld in de openbare ruimte kon stand houden. Ik werk graag met twijfel, met de logica van niet te weten wat er zal gebeuren.
LM: Nog in verband met de betekenis van kleur: kan je wat zeggen over het wit dat de laatste tijd in sommige van je werken opduikt? Wit is aanwezig in de editie Zand Erover en is een sleutelelement voor White Palm-trees Reforestation, een installatie die je in Rotterdam presenteerde.
EB: Net als blauw, vind ik ook wit een aseptische karakter hebben. Ook hier vindt een esthetisering plaats van het idee van de tropen dat voortkomt uit het gebruik van wit. Tijdens mijn residentie bij Van Brienenoord merkte ik een bepaald patroon op in de plaatselijke vegetatie. Populieren en wilgen komen vandaag het meest voor op de plek. Het oorspronkelijke of primitieve bos van het eiland werd tijdens de Tweede Wereldoorlog verwoest. De huidige vegetatie is het resultaat van herbebossing. Zand Erover bracht me op het idee van herbebossing in plaats van restauratie. Tijdens mijn residentie realiseerde ik me dat mijn proces van het "ontdekken" van het eiland heel dicht aanleunde bij de typische vorm van terughoudendheid die gepaard gaat bij kolonisatie. Als Braziliaanse kunstenaar, en tevens de enige niet in Nederland residerende kunstenaar, bracht ik via de referenties die ik gebruik een zekere sfeer van de tropen binnen. Toch ben ik zelf om verschillende redenen niet meer ‘tropisch’. En al is dit een verleidelijke formule, toch zou het direct behandelen van het onderwerp dekolonisatie betekenen dat ik een format zou kiezen dat al geassimileerd is in het kunstsysteem en waarin ik mijzelf in de plaats van de onderdrukten zou stellen. Dat zou een geësthetiseerd, een gekristalliseerd discours zijn. Om verschillende redenen, en omwille van de ontwikkeling van een sociaal geweten dat steeds sterker aanwezig is, is er geen argument om dit discours niet te voeren. Ik kijk dus niet neer op het belang hiervan, integendeel. Het gaat mij er echter om om deze kwestie op een andere manier aan de orde te stellen en ervoor te zorgen dat ze niet onder valse argumenten ten onder gaat. Ik wilde in de diepte van mijn eigen tegenstrijdigheden kruipen en nadenken over de complexiteit ervan. Dat is ook de reden waarom ik mij ongemakkelijk voelde over het feit dat ik ook in mij het verlangen tot kolonisatie waarneem. Op die manier besloot ik tot de herbebossing van het land met witte palmbomen. Het eiland had geen palmbomen, daarom besloot ik om van het Nederlandse eiland een tropisch eiland te maken: de omgekeerde kolonisatie. Maar de omgekeerde weg was niet mogelijk, netomdat ik niet uit de tropen kom. Vandaar het verfijningsproces, waarin de palm verstijft, kristalliseert en een kunstwerk wordt.
LM: Raffinage roept zowel het gevoel van verfijning op, zoals in raffinement, als het gevoel van zuiveren zoals in de bewerking van suiker – iets waar de Nederlanders in de 17de eeuw op uit waren bij hun pogingen om een kolonie te stichten in het Braziliaanse noordoosten. Een derde betekenis van het woord is die van subtiliteit, deze derde betekenis zou kunnen verwijzen naar nuance of zelfs ambiguïteit. Dit zijn allemaal ideeën die je in dit werk verwerkt hebt?
EB: Creëren houdt altijd een risico in. Ik krijg vlinders in mijn buik bij de gedachte dat een werk problematisch zou kunnen zijn of verkeerd begrepen zou kunnen worden.Wanneer dit gebeurt is dit dikwijls te wijten aan het kleurgebruik. Wit heeft een bepaald gewicht, hoewel ik het gewoon over kristallisaties heb. Herbebossing en zorg voor de natuur zijn zeer belangrijke zaken. Herbebossing is een menselijke poging om iets te herstellen dat beschadigd is. Het is een goede zaak, maar wij, als mensen, zijn nog steeds aan het zoeken hoe we dit probleem best kunnen oplossen, een frustrerend proces. Er zit een dubbelzinnigheid in het voorstel van herbebossing met witte palmbomen dat te maken heeft met een verleden waarin veel is ontbost. Nu lijkt het gebaar van herbebossing nobel. Het herbebossen wordt een doel op zich zonder daadwerkelijk iets te herstellen. Dat zie je ook in de politiek waar snelle oplossingen geen problemen oplossen. Het is een menselijk. Om deze redenen vond ik herbebossing zinvoller dan het planten van één enkele palmboom. Ik produceerde witte palmbomen in massaproductie, volgens een zakelijke logica. Dat kon alleen dankzij de medewerking van een dertigtal vrijwilligers die zich tijdens de moeilijke periode van pandemische beperkingen aanmeldden. Dankzij deze mensen was het mogelijk om zo duizendtal bladeren te maken, goed voor zestien palmbomen. Ik was zeer onder de indruk van het potentieel van dit samenwerken. Als dit al mogelijk was in zo'n korte tijd, stel je dan eens voor wat we nog meer kunnen bereiken wanneer we niet de zand-erover methode gebruiken waarbij we het verleden vergeten maar integendeel discussiëren en er al doende voor zorgen dat onze toekomst als samenleving niet langer vai piorar, alleen maar slechter op wordt.