Jean Bernard Koeman
Observatory Crest

08.12.12  –  13.01.13

Met Observatory Crest presenteert beeldend kunstenaar Jean Bernard Koeman (1964) een tentoonstelling die werd opgevat als een parcours tussen scenografie en installatie en zo een dialoog aangaat met de ruimte van KIOSK. In de centrale koepelruimte installeerde Koeman ter plaatse een nieuw werk waarrond een aantal bestaande installaties opgesteld staan die vanuit een gelijkaardige associatieve onderzoeksmethode ontstonden.

De centrale installatie, The Unfolding of the Relentless Unforeseen, komt voort uit Koemans samenwerking als scenograaf met danser en choreograaf Koen Augustijnen (Les Ballets C de la B) en actrice en regisseur Abke Haring (Toneelhuis). Thematisch vertrekt dit monumentale bouwwerk van het concept van ‘schuldige architectuur’ en de cultus rond de Vietnamese president Ho Chí Minh. Het houtwerk verwijst naar de paalwoning van deze communistische leider en zorgt tegelijkertijd voor een fysieke verbinding tussen een reeks associatieve referenties: de onfortuinlijke ‘Apollo 13’ maanmissie, de futuristische vormentaal van Buckminster Fuller en Japanse sciencefiction versmelten zo tot één werk. De kunstenaar nodigde Koen Augustijnen uit om het werk tijdens de opening in de vorm van een ‘situatie’ te activeren. De installatie vervult op dat moment de rol van beschermend decorstuk waarbinnen Augustijnen zich afzondert als het personage van Ho Chí Minh. Een innerlijke monoloog voert hem langsheen onderwerpen als beeldvorming, verantwoordelijkheid en macht(eloosheid).

De imposante steltwoning wordt geflankeerd door het gesloten REFUGE. Het werk suggereert de voorstelling van een berghut, maar daarnaast presenteert het ook het standaardmodel van een museale ‘white cube’. Het werk ventileert ideeën over de tentoonstellingsruimte als een noodzakelijke refuge: een habitat voor kunstenaar, kunst en publiek.

Het werk OBSERVATORY CREST (De Blinde Muur en het Conflict) is gebaseerd op een onderzoek naar het conflict tussen Gerrit Rietveld en Theo van Doesburg. Dit wordt sculpturaal verbeeld door twee in elkaar schuivende bouwvolumes die kenmerkend zijn voor deze figuren en voor het ontstaan van het modernisme: de blinde muur van het Rietveld Schröderhuis in Utrecht en het ongerealiseerde Maison d’Artiste van Van Doesburg. De tekst, foto’s en voorwerpen vertellen het verhaal in detail: Rietveld werd in 1923 door Van Doesburg als ambachtsman ingeschakeld voor de maquette van Maison d’Artiste en in 1925 ontwierp hij het Schröderhuis. De daaropvolgende conflicten over ideologie en auteurschap brachten hun vriendschap tot een eind. Dit conflictmodel vormt voor Koeman de ontstaansbodem voor dit werk dat reflecteert over artistieke relaties, het ontwerpen van ruimte en het punt waarop sculptuur schaalloosheid verwerft.

Het ruimtevullende DISPLAYS (A Temporary but Willing Suspension of Disbelief) in de zijruimte leest als een open platform waarop zich een geënsceneerde collectie van architecturale elementen ontvouwt. De vormentaal is geïnspireerd op een scène uit Jacques Tati’s film Playtime (1967). Tati’s satirische, futuristische visie op de modernistische architectuur wordt in deze sculptuur vertaald naar een contemporaine realiteit in de vorm van een donkergrijs, dystopisch stadsbeeld. De abstracte façades en lege containers vullen zich met ideeën over het punt waar fictie realiteit wordt en over de constructie van onze culturele geschiedenis.

De combinatie van deze werken brengt een homogeen vocabularium in beeld: Koeman hanteert sculptuur als een autonome, psychologische beeldtaal die in zijn architecturale kern een mentale beschutting biedt. Een reeks verhaallijnen doorkruisen elkaar, zowel in het grote sculpturale gebaar als in het ornamentale detail, en veroorzaken een complexe en non-lineaire intertekstualiteit. Een subjectief wandelparcours ontspint zich doorheen de ruimte en brengt ons bij het concept van de ‘mentale architectuur’: de kunstwerken vertegenwoordigen reflectiemodellen die in staat zijn menselijke gevoelens en gedachten over invloedrijke historische gebeurtenissen, kunst- en architectuurgeschiedenis en de presentatie ervan uit te drukken en in onderling verband te brengen.

Tot slot kan de tentoonstelling beschouwd worden als een transdisciplinaire ervaringsruimte die een veelheid aan artistieke presentatie- en belevingsvormen in zich verenigt. Zo wordt een verzameling decorstukken geherformuleerd tot een autonome sculptuur. Deze statische voorstelling functioneert op haar beurt eveneens als een momentaan, performatief platform waarin het tentoonstellingsparcours als choreografie en de bezoeker als figurant optreedt. Op deze manier functioneert Observatory Crest als een tijdelijk uitkijkpunt en onderkomen: een op maat gemaakte mise-en-scene van waaruit de wereld waargenomen en onderzocht kan worden.

Observatory Crest werd gerealiseerd met de steun van Toneelhuis en het Mondriaan Fonds en dankzij de medewerking van Ot Bastiaanse, Bass Beek, Mieriën Coppens, Christophe De Clercq, Franciska Dendooven, Joris De Rycke, Takahiro Kudo, Paulo Rietjens en Caster Vermoortele.

zaaltekst / persbericht

Jean Bernard Koeman Observatory Crest KIOSK08122012 13012013 3
Jean Bernard Koeman Observatory Crest KIOSK08122012 13012013 9
Jean Bernard Koeman Observatory Crest KIOSK08122012 13012013 8
Jean Bernard Koeman Observatory Crest KIOSK08122012 13012013 7
Jean Bernard Koeman Observatory Crest KIOSK08122012 13012013 5
Jean Bernard Koeman Observatory Crest KIOSK08122012 13012013 4
Jean Bernard Koeman Observatory Crest KIOSK08122012 13012013 1
Jean Bernard Koeman Observatory Crest KIOSK08122012 13012013 2
Jean Bernard Koeman Observatory Crest KIOSK08122012 13012013 6