Geert Goiris,
Vincent Lamouroux
Turbulence
11.12.10 – 23.01.11
De Franse kunstenaar Vincent Lamouroux (°1974, Saint-Germain-en-Laye) en de Belgische kunstenaar Geert Goiris (°1971, Bornem) geven de tentoonstelling vorm onder de gezamenlijke titel ‘Turbulence’. Het idee van ‘turbulentie’ en hoe deze de wederzijdse interactie tussen hun werk, de ruimte en toeschouwer in beweging kan zetten, vormt het uitgangspunt. De klassieke opstelling van de reeks zwart-witfoto’s van Goiris gaat in KIOSK een mentale en fysieke confrontatie aan met de architecturale constructie van Lamouroux.
Wanneer men de tentoonstellingsruimte betreed, wordt men onmiddellijk geconfronteerd met het centrale werk ‘Heliscope’ van Lamouroux in de hemicycleruimte. De spiraalvormige trap van acht meter hoog helt naar voren in de ruimte, vertrekkende vanuit zijn stevige sokkel vindt er een verticaal naar boven stuwende dynamiek plaats. De opwaartse structuur van de trap lift de ruimte op, zijn witte bekleding weerkaatst het licht en brengt de kijker door zijn subtiele onevenwicht in de war. Als een tornado lijkt de sculptuur alle aanwezigheid om zich heen naar hem toe te willen zuigen, wat uitdaagt tot een nieuwe, zintuigingrijpende ervaring van de ruimte.
De bezoeker wordt uitgenodigd om rond of onder de trap door te wandelen en deze te beklimmen, zichzelf toe te staan uit evenwicht gebracht te worden. Als een wankele springplank voert de trap de beklimmer naar een overzicht van de tentoonstellingsruimte. Een vergezicht is echter niet mogelijk, de ramen zijn wit gekalkt en de toeschouwer wordt afgesloten van de buitenomgeving, geheel aangewezen op de fysieke beleving van de ruimte. De trap doet zich zowel voor als een architecturale utopie, als wel als statueske sculptuur en zet zich zowel organisch als geconstrueerd in de ruimte.
Het werk van Goiris wordt welbewust meegesleurd in de nietsontziende, wervelwind die ‘Heliscope’ veroorzaakt. Waar de sculptuur van Lamouroux vooral fysiek confronteert, vragen de foto’s van Goiris om een eerder indirecte, mentale lezing. Met het nazinderende effect van de sculptuur nog in het lijf laten foto’s als ‘Leo’, ‘Mammatus’, ‘Colorado’, ‘Murmansk’, ‘Half Life’ en ‘Dead Bird’ zich achtereenvolgens lezen als momenten waarop een zekere dreiging nadert, energie zich opstapelt, stapels wolken zich voorbereiden op een oprukkende storm en vogels onrust kraaien.
Als een geconstrueerd, cryptisch geheugen roept het geheel van foto’s spontaan associaties op, de suggestie van mentale chaos is hierbij niet veraf. Zijn werken slagen erin ons geïsoleerde plaatsen te tonen wiens bestaan onmiddellijk ook hun vervreemdende nabijheid laat voelen. De landschappen die Goiris bezocht, representeren niet louter de concrete plek op zich, maar verhalen voornamelijk over een manier van kijken.
Dit idee komt sterk tot uiting in het werk ‘LAIR’ en de nieuwe serie ‘Giants’ die ons zwart-wit beelden toont van sequoia’s (oftewel kustmammoeten). Deze laatste tekenen zich als donkere vlakken af tegen een witte, hoekloze ruimte. Hun monumentale karakter wordt versterkt door het gegeven dat de sequoia tot één van de oudste en grootst wordende boomsoorten behoort. Zijn werk vraagt om een trage blik waarlangs de tijd doorheen de lagen van eeuwenoude bomen kruipt en de oneindige horizonten aftast. Een ongelooflijke scherpte schuilt in voor- en achtergrond. De landschappen van Goiris worden vaak met een extreem lange sluitertijd vastgelegd, wat voelbaar wordt bij het aanschouwen ervan.
Onze blik glijdt gestaag verder doorheen een universeel, mentaal landschap tot er een moment bereikt wordt waarop een flard van een andere realiteit en tijdschaal opgevangen wordt. Feit en fictie lijken te fusioneren in de beleving van het landschap. Onze aandacht die naar dit landschap toegaat, valt in het niets tegenover het meer dan tweeduizend jaar oude verleden die de bomen in zich dragen. De tijd, hier inherent aan het onderwerp en het creatieproces van de foto, nestelt zich als een soort finale, destabiliserende belevingslaag op de foto.
De werken van Lamouroux en Goiris gaan samen eenzelfde doordacht en desoriënterend spel aan met licht, met het contrast waartussen horizontale en verticale bliklijnen geleid worden, de constructie van verschillende doorkijken en het enorme schaalverschil tussen de bezoeker, de sculptuur van Lamouroux, en Goiris zijn fotoreeks ‘Giants’. De turbulentie tussen beide opstellingen wordt bijzonder tastbaar in de wisselwerking die heerst tussen de opstuwende kracht van de sculptuur en de monumentaal wegende tijd en zwaartekracht op ‘Giants’, als ware het een constante krachtmeting van fysieke ervaringen.